Startblokken van basisontwikkeling.
De stichting kinderopvang de Kangoeroe werkt met het werkplan startblokken. Wat dit precies in houdt wordt hieronder verteld. Daarna wordt er verteld hoe zij dit in de praktijk doen, hier is onderzoek naar gedaan en er zijn bezoeken geweest op de Kangoeroe.
Startblokken van basisontwikkeling is een werkplan om de ontwikkeling van baby's, peuters en jonge kleuters optimaal te stimuleren. Het is een landelijk erkand werkplan met duidelijke visie over de ontwikkeling van kinderen. Er wordt niet gesproken over een methode maar over een werkplan. Dat wil zeggen dat dit dus geen boek is met verschillend materiaal wat de leerkracht zo kunnen gebruiken. Het is werkplan met een brede aanpak voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Dit werkplan is meer dan alleen taal en woordenschat, in dit werkplan is spel als basis en volwassenen die meedoen op het juiste moment. Dit werkplan zorgt ervoor dat pedagogische medewerkers, peuterleidsters en leerkrachten zich niet vastbinden in een aanbod van alleen taal- en woordenschatoefeningen, maar hen laten zoeken naar aangrijpingspunten bij de spelontwikkeling. In het begeleide of gestuurde spel zitten vele mogelijkheden om taal en denken uit te lokken en te stimuleren. Betekenisvolle spelactiviteiten lokken interesse, enthousiasme en actieve betrokkenheid van kinderen uit. Dé voorwaarden voor een continue ontwikkeling voor jonge kinderen.
Het werkplan van startblokken heeft vijf bouwstenen, deze vijf bouwstenen zijn de activiteiten die zij willen dat er plaatsvindt tijdens de ontwikkeling van het kind, deze bestaan uit:
1. Thema's.
Jonge kinderen leren door bezig te zijn met dingen uit de echte wereld. Gezamenlijke thema's zorgen ervoor dat gedeelde ervaringen mogelijk worden. Zo leren zij ook dat er onderlinge verschillen zijn. Zoals bij het thema dokter, de ene is bij de dokter omdat hij of zij verkouden is en een ander komt bij de dokter omdat hij of zij last heeft van zijn knie. Deze verschillen zullen de kinderen spelenderwijs leren aan de hand van verschillende thema's.
2. Spelactiviteiten.
De pedagogische medewerksters, leidsters en leerkrachten zijn actief betrokken bij de spelactiviteiten in de groep. Zij zorgen voor een samenhangend en gevarieerd aanbod en doen zelf ook intensief mee aan de ontwikkeling van de spelactiviteiten. Spelactiviteiten zijn activiteiten die kinderen het liefst doen maar geven ook de beste kansen op leer- en ontwikkelingsprocessen. Verschillende spelactiviteiten die aanbod komen zijn onder andere: spel met ongevormde materialen, zoals zand, water en speelklei; spel waarin gebouwd en geconstructureerd wordt; spel met lezen, schrijven, rekenen en wiskunde.
3. Gesprekken.
Gesprekken in de groep zorgen ervoor dat kinderen gehoord worden. Het gaat dan niet alleen om vraag en antwoord, maar om echte gesprekken met elkaar. Deze gesprekken zijn verbonden aan het thema, zij noemen dat een inhoudelijk verhaal. Er zijn uiteraard ook andere gesprekken bij bijvoorbeelde gebeurtenissen, deze gesprekken kunnen zomaar voorkomen, deze verhalen worden verhaal van de groep genoemd. In startblokken wordt er veel gebruik gemaakt van een kleine kring.
4. Verhalen, boeken en teksten.
Voor de verhalen van kinderen is in startblokken veel aandacht. Het zijn dan verhalen van eigen ervaringen of voortkomen uit spel of teksten en boeken die in de groep tijdens een thema voorkomen. Deze verhalen worden ook vastgelegd met tekeningen en eigen schijfsels. Het samen lezen van prentenboek is ook een belangrijke activiteit, zo komen de kinderen in aanraking met verhalen van iemand anders en zo leren zij genieten van een verhaal van iemand anders.
5. Zorgactiviteiten.
De zorgactiviteiten zijn activiteiten die altijd aan de orde van de dag komen. Denk dan aan een toiletbezoek, samen eten en drinken en het zorgen van dieren en planten.
Enkele praktijkvoorbeelden die er zijn gezien bij de kinderopvang de Kangoeroe. De kinderen openen de dag met verschillende spelactiviteiten, de leidster zet de activiteiten neer voor de kinderen. De kinderen mogen met deze activiteiten spelen en wanneer ze het niet meer 'leuk' vinden mogen ze zelfs wisselen van activiteit. Je ziet dat de leidster bij verschillende activiteiten gaat zitten en ze doet zelf mee. Hier en daar stelt ze vragen maar verder doet ze zelf actief mee en 'speelt' ze mee met de leerlingen. Na een paar activiteiten met verschillende leerlingen gaat de leidsters de spullen paken en ze gaat samen met de kinderen eten en drinken. Dit is één van de zorgactiviteiten, de kinderen eten en drinken samen met de leerkracht. De leerkracht kan dan voordoen hoe zij eet en drinkt en zo kan zij in gesprek gaan met kinderen over het samen eten en drinken. Er waren namelijk net een aantal nieuwe leerlingen, deze leerlingen vonden het soms nog wel lastig om te blijven zitten of goed te beker vast te houden. De leidster kan hier dan op inspelen met een zorgactiviteit.
Na het eten en drinken mogen de kinderen weer zelf een spel uitkiezen en begint de leidster een kleine kring met een aantal leerlingen. Deze leerlingen komen bijvoorbeeld bij de leidster samen een prentenboek lezen of een reken kringactiviteit. De kleine kring heeft een korte tijd omdat de leerkracht ook wilt dat deze kinderen mee doen aan andere spelactiviteiten en omdat deze kinderen het nog lastig vinden lang te luisteren. Nadat alle kinderen een spelactiviteit hebben gedaan komen alle kinderen in de kring zitten en de juf deelt koekjes uit. De kinderen en de leidsters hebben een taal, lees of rekenkring. In deze kring zullen verschillende gesprekken plaatsvinden. Deze dag heeft deze leidster een aantal activiteiten uitgezet en meegedaan die aansluiten op het thema waarmee zij op dat moment werken.
Wat je terug ziet in de theorie komt bij de Kangoeroe ook sterk naar voren in de praktijk.
Startblokken van basisontwikkeling is een werkplan om de ontwikkeling van baby's, peuters en jonge kleuters optimaal te stimuleren. Het is een landelijk erkand werkplan met duidelijke visie over de ontwikkeling van kinderen. Er wordt niet gesproken over een methode maar over een werkplan. Dat wil zeggen dat dit dus geen boek is met verschillend materiaal wat de leerkracht zo kunnen gebruiken. Het is werkplan met een brede aanpak voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Dit werkplan is meer dan alleen taal en woordenschat, in dit werkplan is spel als basis en volwassenen die meedoen op het juiste moment. Dit werkplan zorgt ervoor dat pedagogische medewerkers, peuterleidsters en leerkrachten zich niet vastbinden in een aanbod van alleen taal- en woordenschatoefeningen, maar hen laten zoeken naar aangrijpingspunten bij de spelontwikkeling. In het begeleide of gestuurde spel zitten vele mogelijkheden om taal en denken uit te lokken en te stimuleren. Betekenisvolle spelactiviteiten lokken interesse, enthousiasme en actieve betrokkenheid van kinderen uit. Dé voorwaarden voor een continue ontwikkeling voor jonge kinderen.
Het werkplan van startblokken heeft vijf bouwstenen, deze vijf bouwstenen zijn de activiteiten die zij willen dat er plaatsvindt tijdens de ontwikkeling van het kind, deze bestaan uit:
1. Thema's.
Jonge kinderen leren door bezig te zijn met dingen uit de echte wereld. Gezamenlijke thema's zorgen ervoor dat gedeelde ervaringen mogelijk worden. Zo leren zij ook dat er onderlinge verschillen zijn. Zoals bij het thema dokter, de ene is bij de dokter omdat hij of zij verkouden is en een ander komt bij de dokter omdat hij of zij last heeft van zijn knie. Deze verschillen zullen de kinderen spelenderwijs leren aan de hand van verschillende thema's.
2. Spelactiviteiten.
De pedagogische medewerksters, leidsters en leerkrachten zijn actief betrokken bij de spelactiviteiten in de groep. Zij zorgen voor een samenhangend en gevarieerd aanbod en doen zelf ook intensief mee aan de ontwikkeling van de spelactiviteiten. Spelactiviteiten zijn activiteiten die kinderen het liefst doen maar geven ook de beste kansen op leer- en ontwikkelingsprocessen. Verschillende spelactiviteiten die aanbod komen zijn onder andere: spel met ongevormde materialen, zoals zand, water en speelklei; spel waarin gebouwd en geconstructureerd wordt; spel met lezen, schrijven, rekenen en wiskunde.
3. Gesprekken.
Gesprekken in de groep zorgen ervoor dat kinderen gehoord worden. Het gaat dan niet alleen om vraag en antwoord, maar om echte gesprekken met elkaar. Deze gesprekken zijn verbonden aan het thema, zij noemen dat een inhoudelijk verhaal. Er zijn uiteraard ook andere gesprekken bij bijvoorbeelde gebeurtenissen, deze gesprekken kunnen zomaar voorkomen, deze verhalen worden verhaal van de groep genoemd. In startblokken wordt er veel gebruik gemaakt van een kleine kring.
4. Verhalen, boeken en teksten.
Voor de verhalen van kinderen is in startblokken veel aandacht. Het zijn dan verhalen van eigen ervaringen of voortkomen uit spel of teksten en boeken die in de groep tijdens een thema voorkomen. Deze verhalen worden ook vastgelegd met tekeningen en eigen schijfsels. Het samen lezen van prentenboek is ook een belangrijke activiteit, zo komen de kinderen in aanraking met verhalen van iemand anders en zo leren zij genieten van een verhaal van iemand anders.
5. Zorgactiviteiten.
De zorgactiviteiten zijn activiteiten die altijd aan de orde van de dag komen. Denk dan aan een toiletbezoek, samen eten en drinken en het zorgen van dieren en planten.
Enkele praktijkvoorbeelden die er zijn gezien bij de kinderopvang de Kangoeroe. De kinderen openen de dag met verschillende spelactiviteiten, de leidster zet de activiteiten neer voor de kinderen. De kinderen mogen met deze activiteiten spelen en wanneer ze het niet meer 'leuk' vinden mogen ze zelfs wisselen van activiteit. Je ziet dat de leidster bij verschillende activiteiten gaat zitten en ze doet zelf mee. Hier en daar stelt ze vragen maar verder doet ze zelf actief mee en 'speelt' ze mee met de leerlingen. Na een paar activiteiten met verschillende leerlingen gaat de leidsters de spullen paken en ze gaat samen met de kinderen eten en drinken. Dit is één van de zorgactiviteiten, de kinderen eten en drinken samen met de leerkracht. De leerkracht kan dan voordoen hoe zij eet en drinkt en zo kan zij in gesprek gaan met kinderen over het samen eten en drinken. Er waren namelijk net een aantal nieuwe leerlingen, deze leerlingen vonden het soms nog wel lastig om te blijven zitten of goed te beker vast te houden. De leidster kan hier dan op inspelen met een zorgactiviteit.
Na het eten en drinken mogen de kinderen weer zelf een spel uitkiezen en begint de leidster een kleine kring met een aantal leerlingen. Deze leerlingen komen bijvoorbeeld bij de leidster samen een prentenboek lezen of een reken kringactiviteit. De kleine kring heeft een korte tijd omdat de leerkracht ook wilt dat deze kinderen mee doen aan andere spelactiviteiten en omdat deze kinderen het nog lastig vinden lang te luisteren. Nadat alle kinderen een spelactiviteit hebben gedaan komen alle kinderen in de kring zitten en de juf deelt koekjes uit. De kinderen en de leidsters hebben een taal, lees of rekenkring. In deze kring zullen verschillende gesprekken plaatsvinden. Deze dag heeft deze leidster een aantal activiteiten uitgezet en meegedaan die aansluiten op het thema waarmee zij op dat moment werken.
Wat je terug ziet in de theorie komt bij de Kangoeroe ook sterk naar voren in de praktijk.